De Buren
Tradities
Met het vertrek van de familie Popma in 1502 verblijft er geen adellijke familie permanent meer op Terschelling. De eilanders moeten voortaan hun eigen boontjes gaan doppen. Deze onafhankelijkheid lijkt mooi natuurlijk. Maar in tijden van nood zoals met overstromingen, droogtes, (vee)ziektes of tekorten springt geen welwillende graaf of baron financieel meer bij. Onder het mom ‘samen sterk’ trekken de Terschellingers gezamenlijk op om de waterhuishouding, dijken en paden te onderhouden. Maar er is ook altijd te weinig land. De met elkaar optrekkende buren van elk dorp vormen zich tot de Buren, boerenorganisaties met gezamenlijk Burenland per dorp. Al die verschillende Buren hebben ieder weer hun eigen vertegenwoordigers: de indersjoeds, de indersmannen of eamelsmannen. Zij kunnen dat voor slechts een jaar of hooguit twee jaar zijn. Zeker een keer per jaar, maar ook wel vaker, komen de leden van de Buren bijeen. Soms worden alle inwoners van 18 jaar en ouder uit een dorp gevraagd naar hun mening. Tot de dag van vandaag kunnen organisaties, verenigingen en scholen een financieel beroep doen op de Buren, die nog steeds hun inkomsten krijgen door verhuur van het Burenland. Daarnaast kent Terschelling ook een ‘Buren-eer’ - geen plicht! - om nabestaanden te helpen wanneer een buurvrouw of -man is overleden.