Brandaris wandeltochten
De wandeltochten van Terschelling in de maanden juli en augustus.
In april 2020 is een mooie editie geweest van de Terschellinger waarin onder andere de geschiedenis van de Brandaris wandeltochten werd beschreven. Dit artikel is overgenomen op deze pagina.
Op Terschelling werden voor en kort na de Tweede Wereldoorlog diverse wandeltochten georganiseerd, veelal op initiatief van de VVV Terschelling. Deze tochten staan al in 1964 te boek als Wandeltocht VVV. Echter, in 1953 wordt al gesproken over de Brandaris wandeltochten. Omdat de eerste wandeltochten rondom te Brandaris plaatsvonden, is daarmee ook meteen de naam verklaard. Aan het eind van de jaren vijftig was er nauwelijks animo meer, maar op initiatief van de VVV en van Plattelandsvrouwen, weren de Brandaris wandeltochten begin jaren zestig nieuw leven ingeblazen. Er werd een organisatiecomité ingesteld en later een stichting opgericht. De eerste toch vond -met 176 wandelaars- plaats op 15 juli 1963 op West.
Het concept is in al die jaren onveranderd gebleven: in juli en augustus twee tochten per week, op dinsdag en donderdag, met de start tussen tien en elf uur ‘s ochtends. Iedere tocht heeft een andere route van 10 kilometer. Om de route te kunnen volgen worden wit met blauwe paaltjes uitgezet. Op dinsdag wordt er in Midsland en Hoorn gestart en op donderdag in West en Oosterend. “Dat betekent negentien tochten per seizoen”, vertelt Piet Luidenga, penningmeester van de stichting. “Hoewel de meerderheid badgast is, wandelen eilanders ook graag mee." De afstand is goed te doen voor het hele gezin. Er lopen inmiddels al een paar generaties wandelaars mee. Ze zijn begonnen aan de hand van vader of moeder, later alleen of met vriend of vriendin en nog recenter met man, vrouw en kinderen.”
Iedere tocht is een mooie route door het afwisselende Terschellinger landschap. West, Midsland, Hoorn en Oosterend hebben ieder hun eigen route-uitzetters. Antoine van den Berg zet al jaren de route uit voor Midsiand. “Ieder doet het op zijn of haar eigen manier”, vertelt hij. “Ik vind variatie in een route belangrijk. We zetten de tocht uit in goed overleg met Staatsbosbeheer. In februari kijk ik al welke gebieden er zijn afgezet. Het gebied waar geiten staan kom je dan bijvoorbeeld niet in. En waar koeien staan kun je prima lopen, maar veel mensen zijn bang voor die koeien. Het is soms een hele puzzel, maar het komt altijd goed. Gelukkig ken ik het gebied als mijn broekzak. Ik zet de route op maandag uit en check op dinsdag ochtend of de paaltjes er nog staan. Soms zijn er een paar weggehaald, dan zet ik er nieuwe neer zodat mensen de juiste route lopen.” Hoewel hij er veel plezier in heeft om zo’n tocht uit te zetten, is het voor Antoine het laatste jaar. “Gelukkig heb ik een goede opvolger, André Lambregts neemt het stokje van mij over.”
Wanneer je de eerste keer meedoet aan de Brandaris wandeltocht, krijg je een medaille. De tweede keer krijgen de wandelaars een stempelboekje, zodat je bij kunt houden hoe vaak je mee hebt gelopen. “Zo’n boekje wordt maar één keer uitgereikt”, vertelt Piet. “Als mensen het boekje zijn vergeten is dat geen ramp, dan krijgen ze een sticker mee die ze in het boekje kunnen plakken. Onderweg zijn er diverse bemande posten waar stempels gehaald moeten worden.” Bij tien keer krijg je een zilveren medaille, bij twintig keer een gouden, en daarna krijgen mensen herinneringsspelden. “Vanaf zestig keer kreeg men altijd een beker, maar daar zijn we mee gestopt”, aldus Piet. Tegenwoordig krijgen mensen vanaf de zestigste keer een mooie oorkonde ontworpen door Frans Schot. Er zijn inmiddels mensen die al meer dan vijfhonderd keer hebben meegedaan. Dan krijg je een mooi tinnen bord, met in het midden een afbeelding van de Brandaris."
Om de tochten uit te zetten en de stempelposten te bemannen zijn er veel vrijwilligerd nodig. "Gelukkig is er nog steeds veel animo voor", aldus Antoine. "We hebben in totaal zestig vrijwilligers. Als ze gaan posten krijgen ze altijd een tasje mee met een pakje drinken en een reep chocola." Naast de Brandaris wandeltochten organiseert de stichting ook een voorjaarstocht in april, de Avonddriedaagse in de zomer, en in de herfstvakantie een wandeltocht vanaf ET-10. "Elk jaar organiseren we iets voor de vrijwilligers", zegt Piet. "Meestal is dat een koffietafel maar we hebben ook weleens een high-tea gehad. We vragen Staatsbosbeheer dan om iets te vertellen. Het is altijd erg gezellig. We hebben voornamelijk oudere vrijwilligers. Er komen gelukkig wel jongeren bij maar dat kan altijd meer."
Voor alle tochten geldt: je komt in gebieden waar je anders nooit komt, vinden beide heren. “Het aantal deelnemers liep een paar jaar geleden terug, maar inmiddels is er weer meer animo”, aldus Antoine. Zo deden er in 2018 3.041 wandelaars mee aan de Brandaris wandeltochten, in 2019 waren dat er 3.638. “Vanwege de hete zomer hebben we de tocht vorig jaar twee keer af moeten gelasten”, zegt Piet. “Het was 40 graden in de duinen, dat is geen doen. We hopen dan ook voor dit jaar op goed wandelweer zodat veel wandelaars kunnen genieten van de Brandaris wandeltochten.”